Eindstreep bereikt! 17 mei 12:48 uur.


Paco op pad weergeven op een grotere kaart

23 april 2009

De laatste grens

21 april - De belasting
Oloron-Bedous

Om half acht gaat de wekker en kijken we eerst maar eens naar buiten. Nat dus maar niet de plensbuien waarvan ik vannacht een paar keer wakker geworden ben. Nadat alles weer ingepakt is eerst maar eens ontbijten. Klaus gaat ook mee. Een bar naast de bakker wil ons best van ontbijt voorzien. Hij doet de koffie en wij halen onze zaakjes bij de bakker.
Na dit intermezzo gaan we op stap in de motregen. Dicht bij de bergen maar er is niks van te zien. Van Oloron naar Spanje is voor mij bekend terrein. Diverse malen heb ik het stuk met auto en aanhanger gereden. Klaus raak ik ergens kwijt. Maar een km of 10 zuid van Oloron heb ik er ineens een vriend bij. Een viervoeter, zwart en geen idee wat voor ras. De hond blijft met mij meelopen, geen idee wat hij in mij ziet. Hij heeft wel een halsband. Het beest loopt voor mij uit en als ik blijf staan komt hij terug. Een dorpje, twee dorpjes, moet jij niet eens terug? Bij een kruising en café vindt ik het wel mooi en duik even de kroeg in om wat op te drogen en een koffie. Binnen is een bandje aan het oefenen. Braziliaanse Jazz, Franse tekst, twee dames en twee heren. Een dame speelt behoorlijk goed viool. Ze heeft trouwens ook een brilletje. Na een paar keer oefenen van het Brasil stuk gaat het over op Balkan muziek met Arabische invloeden. Het dagje begon zo saai en grijs. Je zou er bijna warm van worden.




Maar ja we moeten toch weer verder. Dus de grijze natigheid maar weer in. De viervoeter is terug naar huis of heeft een andere baas gevonden. De parallelweg van de N-134 houdt op te bestaan en dus worden het tracks langs de rivier die er ook nog loopt. De ene keer rechts en de andere keer links. De boel is behoorlijk nat door de huidige regen en die van de afgelopen dagen. Het is vaak zoeken je voet op en niet doorweekte plaats te zetten. Jammer want voor de rest is het een leuk en gevariëerd pad. Het lijkt de belasting wel; leuker kunnen we het niet maken, natter wel. Onder een overhangend stuk rots is het droog en ik klim wat omhoog om daar eens even wat te nuttigen. Na enige tijd komen er een vrouw en man langs die ik nog niet gezien heb. Zij groeten en gaan verder. Na een kwartier komt Klaus voorbij, blik op het pad gericht en ziet mij hemaal niet. Als ik hem roep schrikt hij van me. We babbelen wat en hij gaat weer verder. Na enige tijd ga ik ook de regen maar weer eens opzoeken.
Het stelletje heb ik snel weer ingehaald en Klaus zie ik rond vijf uur bij het plaatsje Bedous lopen. Volgens mij kan ik daar wel overnachten want ik ben klaar met de regen en de boel moet ook nog droog. We belanden uiteindelijk in een Pelgrims Gite waar ook al een Oostenrijker blijkt rond te hangen.
Leopold uit Innsbrück.
Na de schoenen en andere zaken schoongemaakt te hebben en bij dd verwarming gezet gaan we maar eens wat inkopen doen om te kunnen eten. Dat lukt ook heel aardig en we krijgen ok nog de open haard met houtskool aan de praat. Toch weer een apart dagje.

Paco

22 april - De laatste grens
Bedous-Candanchú

Na de Frühstukwedstrijd Duitsland-Oostenrijk-Nederland gaat ieder weer op pad. Het is droog, ik bedoel het regent niet meer. Oostenrijk will naar Borce toe, Duitsland weet het nog niet en ik wil toch wel kijken of ik Somport, de Frans-Spaanse grens, kan halen. Het dal wordt echter steeds nauwer. In eerste instantie kan er nog wel via een pad gelopen worden maar het worden ook stukken langs de N-route die gelukkig niet zo druk is. Rond twaalf uur kan ik wat eten in het zonnetje dat erbij gekomen is in een Frans bergdorpje. Na de hap ziet het er qua afstand niet al te slecht uit. Ik verslik me echter door een foute weg te kiezen en door de matige aanwijzingen van de wandelroute. De Camino looptt hier samen met de GR 653 en de GR 10 of 11. De laatste hebben allebei een rood/witte markering.
Dit brengt me op een fraai en steil pad dat mij op een gegeven moment in een nauw zijdal brengt. Helaas weg van de route. Terug dus en langs de N-weg verder.



Rond half vijf wordt het klimmen steiler en op een klein stukje na blijf ik langs de autoweg lopen tot de afslag van het verkeer dat de tunnel neemt en het verkeer wat over de pas gaat. Er wordt nog geskied en er komt alleen verkeer naar beneden en dat is niet veel. Na de eerste bochten is de sneeuw al te zien. Door het mooie weer zijn de uitzichten erg fraai. Rond zees uur passeer ik de pas en dus de grens. Spanje.


Ik zie de bergrugen waar ik regelmatig met mijn zweefkist boven gehangen heb. Op de top kom ik nog drie mannen en een vrouw tegen. Ook al Oostenijkers uit Vorarlberg. Wilden blijbaar eens wat anders. Ik zoek een slaapgelegenheid voor Pelgrims op in Candanchú, een skioord 1 km van de grens. Een leuk chaletje en ik kan weer lekker Spaans koeterwalen.
Dat denk ik tenminste want tijdens het eten met twee telemark ski-instructeurs en een inwoner van Zaragossa blijk ik af een toe Franse woorden te gebruiken.
Zo beïnvloed ben je dus na ruim en maand in Franstalig gebied rondgedobberd te hebben.
Paco

1 opmerking:

  1. Hallo Frans,

    Jee wat een mooie foto's en wat ben je ineens ontzettend thuis met Spaanse grond onder je voeten.
    Wat de bergpassen betreft zie ik je ervoor op een later moment alsnog in dat gebied rond te wandelen.
    Geniet van dit laatste deel van je monstertocht, ik ben supersupertrots op je!

    BeantwoordenVerwijderen