Aix sur Vienne-Thiviers
Gisteravond was ik al gewaarschuwd dat er nog een pelgrim aangekomen was. Nee, geen femme. Tijdens happy hour en het daaropvolgend diner kon ik kennis met hem maken.
Hij kwam als ik het goed begreep uit de buurt van Chablis. Een lange iewat tanige Fransman man met wat meer vlieguurtjes dan ik. Hij stond wat moeilijk aan de bar, iewat voorovergebogen. Hij was begonnen in Vezelay. Gezien zijn houding vroeg me af hoe hij het tot hier gebracht had. Afijn hij blijkt wel humor te hebben. Hij en de barman konden het qua dialect goed vinden want ik begreep maar weinig van die twee.
Maar nu de wedstrijddag. De Fransman wilde half acht ontbijten en dat leek me geen slecht plan. Dus halfacht 's morgens waren wij bezig de tafel van baguet kruimels te voorzien. Ze zijn lekker die baguetjes maar de tafel is altijd een bende. Rond acht uur vond ik het wel mooi en trok mijn rugzak aan en verdween met een "bon Camino".
De Fransman moest zijn rugzak nog ophalen en zijn plan was naar Le Coquille te lopen. Ik deed mijn best de aanwijsbordjes van de Compostela route te volgen en kwam daardoor naast een slingerend fraai riviertje te lopen.
Als ik rond 12 uur weer een dorpje nader, loopt ineens onze Fransman voor me. Da's knap. Hij heeft gewoon de directe weg gevolgd. Hij neemt even pauze en ik ga nog even kijken of ik bij de marie een stempel kan krijgen. Lukt niet maar er is wel een bakker. Ik heb mij tanden nog niet in een overheerlijke amandelcroissant gezet of de Fransman is er ook en wenst me een smakelijk eten en gaat verder langs de D-route. Ik neem een andere weg.
Na een pauze aan een meertje loop ik niet lang daarna de Dordogne binnen. Ruim voor vijven ben ik in La Coguile. Daar kan ik wel een stempel bemachtigen. En gelijk ff pinnen.
Wat te doen, het is nog vroeg en het dorpje nodigt niet uit om te blijven overnachten.
Als ik me aan de route hou kom ik ongetwijfeld wel een Chambre D'Hotes tegen en anders in het slechste geval Thiviers.
Het wordt het laatste. Het is rond zeven uur als ik 5 km voor Thiviers een Chambre D'Hotes tegen kom. Er staat een auto voor de deur, de computer staat aan ik tik op de ruit en roep een paar keer. Niks. Wachten is me eerder slecht bevallen dus ik loop door. Het wordt een latertje vandaag. Als ik Thiviers binnenloop staan er bij de Gare twee hotels: één staat te koop en het andere is blijkbaar ook al een tijdje dicht. Verder het eerste verkeersbord met de naam España. Ik vraag een voorbijganger naar een alternatief voor de dichte hotels. Hij geeft aan dat er verderop nog een hotel is. Als ik daar binnenloop kom ik een Zweedse pelgrim tegen. Van Stockholm vertrokken is mijn vraag. Nee hij is in Vezelay begonnen. De eigenaresse mengt zich in het gesprek en ik vraag of zij een kamer voor me heeft... Helaas vol. Nu wordt het echt spannend. Zij heeft echter een oplossing want 50 meter verderop is een Chambre D'Hotes met Nederlandse eigenaren.
Ik laat de Zweed in het hotel en ga naar het opgegeven adres.
Daar blijkt inderdaad een Nederlands stel een Chambre D'Hotes te hebben. Ik word hartelijk ontvangen en kan overnachten.
Ook weer een erg mooi huis en ik krijg een fraaie kamer met een mooie oude eikenhouten vloer die nog met echte spijkers is vastgezet.
Na een warme hap in een restaurant ben ik bij terugkomst op mijn kamer snel buiten westen.
Paco
Thiviers-Perigueux
Als ik de mijn Nederlandse gastheer en gastvrouw na een een uitgebreid petit dejeuner bedank voor hun goede verzorging ga ik weer op pad en maak nog terloops wat plaatjes van een Chateautje en een soort van oude poort in Thiviers. Een man die net van de boulangier komt heeft meteen door wat voor figuur naast hem loopt en begint een praatje. Hij legt me uit: rechtdoor, ff langs de snelweg en bij de autogarage tikkie naar rechts. Ik antwoord route de Napoleon. Tres bon mesieur.
Ik had al op de kaart gezien dat ik een stuk op Napoleons route kon lopen, de Franse autobahn van toendertijd maar zonder auto's natuurlijk.
Als ik bij de garage kom, ben ik even van uit het veld geslagen. Daar staat de legionair. Hij had in Thiviers op de camping geslapen. We gaan beide Napoleons autobahn op.
We wisselen wat wetenswaardigheden uit maar niet voor lang, de legionair loopt sneller. Hij heeft langere benen maar is ook ouder. Ik ben onder de indruk maar doe geen enkele moeite hem bij te houden. Ik houd het op mijn eigen tempo.
Maar onze legionair heeft wel net als ik zo'n slordige 50 km gisteren weggetikt. Ik zie zijn rugzak steeds kleiner worden daar op de route Napoleon.
Het is een erg mooie dag en boven de 20 graden dus op een mooie stek gaan we maar eens wat eten en strippen.
Broekspijpen af en in Tshirt en na een soort van lunch gaat het verder. Na de eerstvolgende kruising op route de Napoleon hoor ik een auto mij van achteren naderen en i.p.v. dat het gaspendaal nog eens dieper ingetrapt wordt, gebeurt het tegenovergestelde: er wordt gestopt. Niemand gaat deze kalende blonde vogel met rugzak toch hier de weg vragen!
Een pattiserie annex traiteur bestelwagentje met een toch wel heel leuk brilletje achter het stuur. Of ik een lift wil naar Perigueux, het bontmanteltje op de bijrijdersstoel wordt al opzijgeschoven. Als ik ooit in tweestrijd heb gestaan is het nu wel. Maar de Pelgrim is sterk en kent zijn verantwoordelijkheden.
Ik bedank het leuke pattiseriebrilletje vriendelijk voor het aanbod maar zeg dat ik een gewetensvolle Jean Jaques pelgrim ben. Ik lig er nog wakker van.
Rond een uur of vijf wandel ik de buitenwijken van Perigueux binnen.
Bij de eerstvolgende Tabac die ik tegen kom is het wel tijd voor een cerveza. Leffe zie je niet zo veel meer maar Affligem wel en dat lust ik ook. Nog een half uur voordat de toeristen info dicht gaat.
Dus verder naar het centrum. De stad begint er wel steeds leuker uit te zien.
Een een bevallige dame vraag ik de weg naar de toeristen info maar daar kom ik voor een gesloten deur. De kathedraal is wel open en dat levert een tampon op.
Dan maar een slaapplaats zoeken. Een hotelletje aan de rivier met uitzicht op de oude stad zit helaas vol. De eigenaar vraagt waar ik vandaan kom. Uit Amsterdam. Hij heeft goede herinneringen aan een lang weekend in Amsterdam met de Nederlandse versie van een Tabac.
Hij helpt me wel aan een ander adres voor te slapen en na een kwartier heb ik een kamer in een hotelletje met restaurant.
Eerst opfrissen, dan eten en dan ff de stad verder bekijken. Als ik rond een uur of half negen beneden ben is de bar annex restaurant al aardig volgelopen. Als ik net wat lekkere Franse zaken besteld heb, wordt het tafeltje naast mij door twee mensen bezet en er is een derde in aantocht. Of deze tegenover mij mag zitten. Het trio bestaat uit een Franse lerares, haar vriendje en een bevriende fuzion musicist. In het Frans en redelijk Engels komt de conversatie op gang en voor ik het weet is het half een 's nachts. De tent loopt langzaam leeg en ik vindt het ook mooi geweest.
Paco
Perigueux-Villamblard
Na enig getwijfel over het volgende deel van de route heb ik toch besloten over Bergerac naar het zuid westen te lopen. Ik gebruik dan een verbindingsroute tussen twee hoofdroutes. Dit omdat ik via mijn kennissen in Jaca wil lopen en ik kan dan tevens een stuk van het Massif Central lopen wat mooier is dan de westelijke routes vindt ik.
Dus Perigueux uit. Dat is met een auto geen probleem maar lopend wel want ik kom nog stukken route national tegen, verboden voor voetgangers. Na een fraai weggetje kom ik in een voorstad een rijdende Boulangier dame tegen. De baguet is weer binnen.
Het is bewolkt en niet zo warm als gisteren dus ik kan lekker opschieten. Onderweg kom ik nog een supermarktje tegen waar ik beleg kan scoren en op een mooie rustige plek kan Paco wat eten. Wat doet het weer, de voorspelling was regen en het is nog steeds droog. Ik voel wat spatjes maar niet schokkend. Wel maar eens naar een redelijk plaatsje te lopen in geval dat. Uiteindelijk kom ik er niet onderuit ik moet de regenrugzak capuchon weer over me heen zien de krijgen. Dit lukt redeliijk snel en in Villeblard duik ik een kroegje in en weet alles te regelen. Slaapplaats, diner om 7 uur. Weinig zin om verder te gaan in de regen.
De eigenarese van de D'Hotes is ook weer een erg aardige vrouw en zit met een ander stel Frans te klaverjassen. Of ik het erg vind te gaan zitten zodat zij het spel kunnen afmaken. Coup is geloof ik troef als ik het goed begrepen heb.
Later in het restaurantje zit ik aan de Paella. Waar regen al niet goed voor is.
Paco
12 april 2009 - Dagje kleien
Labadie-Cancon
Het zoontje Gabriel van half familie kom ik tegen als ik mijn kamer verlaat op weg naar het P-T. Hij zegt iets tegen me iets in het Frans waar ik niks mee kan. Aan zijn koppie te zien en aan zijn accent kan hij best Engels zijn en ja hoor. Het blijkt dat hij zich verontschuldigd voor het geproduceerde lawaai gisteren. Al was er een olifant doof het dak gevallen. Het ontbijt is erg uitgebreid en het dochtertje komt ook kijken wat voor figuur er gisteren bij hen is komen binnen wandelen. Het was haar verjaardag gisteren en ze is weg van Abba. Leuk stel kinderen. Chambre D'Hotes zijn leuk maar ik kom er makkelijker binnen dan weg. Gabriel heeft ook een tekening van mij gemaakt als Pelerin. Ik beloof ze een kaart bij aankomst in Compostela te sturen.
Het is buiten nog steeds een natte zooi, iets van motregen maar weinig wind. Dat blijft een groot deel van de dag zo.
Rond twee uur hou ik een break in Castiliones. Daarna breien we er nog een stukje aan tot Cancon in principe. Omdat het niet echt anders kan moet ik wat landweggetjes nemen. In dit heuvelachtige landschap houdt het water, ontstaan door de regen, ook wel van deze optie. Het water stroomt langs de tractorsporen lekker naar beneden. De klei blijft lekker aan de schoenen plakken en het is spekglad.
Om 7 uur loop ik Cancon binnen het regent inmmiddels niet meer. Ik loop langs een hotelletje het blijkt ook nog 1ste paasdag te zijn. Dan maar naar het centrum maar dat ziet er ook uitgestorven uit. Ik vraag een bewoonster naar een Chambre D'Hotes of hotelletje. Dat in de stad is dicht. Ze geeft me het nummer van de Marie. Dat blijkt niet te werken. Ze geeft het advies naar het maison retraitre te gaan, de receptie daar kan misschien verder helpen. Nu al naar het bejaardenhuis...
[Het lijkt of dit stukje nog niet helemaal af is. AH]
Paco
13 april 2009 - Chateau Briand
Cancon-Clairac
Ik ben de enigste gast tijdens het ontbijt in het hotelletje deze tweede paasdag. Als ik weg ben hebben de eigenaar en zij vrouw ook weer ff rust.
Het is grijs buiten maar een goede wandel temperatuur. Om me heen kijkend probeer ik in te schatten of het weer gat regenen. Achter mij ziet het er slechter uit dan voor mij. En af en toe even een waterig zonnetje. Afijn het is nu droog en dat is het belangrijkste. Eerste plaatsje wat ik tegen kom is Monclat ligt op een heuvel en misschien is er een uitbater open. Het dorp is min of meer uitgestorven. Dus op een bankje even het rantsoen aanspreken. Het zonnetje begint het steeds beter te doen. Achter de volgende heuvel moet dan de Lot liggen met een plaatsje waar wel wat te doen is. Helaas. Castelmoron sur Lot is een leuk dorp maar ook hier weinig te beleven. Wel een Chambre D'Hotes maar kwart voor drie is wel erg vroeg. Door naar Clairac dan maar. Langs de rivier schiet het lekker op. Rond half zes loop ik dan Clairac binnen en standaard loop ik naar het centre Ville. Alle bars, tabac en restaurantjes zijn dicht doch een kebabtent is wel open. Die weten een mooie maaltijd voor me in elkaar te draaien zonder bier of wijn. Ice tea gaat ook goed. Nu het slaapgebeuren regelen. De kebab eigenaar weet niks. Buiten vindt ik echter een bord met Relais de Compostela plus pijl. Ik ga de richting op maar verdere aanwijzingen vind ik niet, dus het wordt vragen aan vorbijgangerss of die de weg weten. Dat lukt en samen met een rondtrekkende fietser die ook iets zoekt vinden we het relais. Helaas vol maar vederop moet een Chambre D'Hotes zijn.
De fietser gaat me voor en ik vraag hem voor mij ook wat te regelen. De Chambre D'Hotes blijkt een kasteeltje te zijn en ze hebben een kamer voor me met uitzicht op de Lot. Het is een fraai optrekje met mooie houten en marmeren vloeren en stenen trap. Een nacht in een Chateau slapen dat stond al een tijdje op het lijstje.
Paco
14 april - De pont die niet meer ging
Clairac-Barbasto
Ik mag in de huiskamer van het Chateau ontbijten met huisgemaakte jam en een crozant en natuurlijk met uitzicht over de Lot. Helaas het is mistig dus weinig Lot. De jam is een mixje van alles, mango, bananen, abrikozen enz. Fransen zijn toch wel kunstenaars hierin.
Ik heb weer een afwijkende route bedacht die mij bij een Franse pont moet brengen om over de Garonne te komen. Het zou mij een omweg via Port St Marie schelen. Helaas de pont vaart niet meer. Betekend een extra omweg via een tuinbouw gebied vol met aardbijen plantages langs de Garonne. Er werken nogal wat Portugezen en veel Marrokanen in het gebied. Daar kom ik achter als ik aan een stel dat met aardbijen bezig is vraag hoe ik die rivier overkom. Oh gewoon via de oude spoorbrug ff klimmen enz. Zij heeft vermoedelijk een Portugees accent. Als ik er naar vraag klopt dit ook.
De spoorbrug blijkt geen optie te zijn alles ziet er oud en ongebruikt uit dus de kans om een TGV te moeten ontwijken is niet groot maar ik zie geen mogelijkheid op de brug te komen. Dan maar door naar Port St. Marie waar een brug over de rivier is. Aparte plaats, ingeklemd tussen een redelijke heuvel en de rivier er staat een kerk die tot de Tempeliers orde behoort heeft. Hotel de Ville is open dus een stempel en ik kan darna nog wat eten in een lokale tent. Daarna verder richting het zuiden, naar Vianne.

Tussen de aardbijen velden en kersenbomen die in bloei staan is het niet slecht wandelen. Het ruikt er ook erg lekker. Vianne blijkt een heel leuk vestingstadje uit de middeleeuwen te zijn waar nog best wel wat van overeind staat.
Een biertje is ook wel op zijn plaats op de plaza mayor. Daarna verder via Laverdac naar Bardaste waar ik een Chambre D'Hotes vindt. Rond Als half negen loop ik na in een restaurantje gegeten te hebben terug naar mijn slaapstekkie.
Er stopt een ambulance en een dame, dit keer zonder brilletje, vraagt mij de weg om een patiënt op te kunnen halen. Ik heet wel Frans maar zie er zo echt niet uit.
Ik vertel haar dat ik haar in Amsterdam wel had kunnen helpen maar hier niet echt.
Ze moet wel lachen en zij rijden verder.
Paco
[ Er komen er nog een paar. AH]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten